Waarom het Participatiekompas?
Binnen de jeugdhulpverlening zijn heel wat organisaties zoekende naar een manier om de participatie van kinderen en jongeren (maar ook van ouders) te versterken en efficiënt te bevorderen. Waarom is participatief werken nu zo essentieel in het opgroeien en ontwikkelen van kinderen/jongeren?
De volgende visies met betrekking tot kinderparticipatie en kinderrechten vormen het uitgangspunt van het Participatiekompas Jeugdhulp en zullen onze praktijk blijven inspireren en voeden:
“Niemand wordt als een goede burger geboren. Geen enkel land wordt als een democratie geboren. Beide zijn processen die levenslang blijven evolueren. Jonge mensen moeten vanaf hun geboorte betrokken worden. Een samenleving die zich afsluit van haar jeugd, knipt haar levenslijn door.”
Daarnaast is het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind mee richtinggevend. Het recht van kinderen op participatie in hun leven en de gemeenschap wordt immers verankert in een aantal artikelen:
- Artikel 12: Mening van het kind
- Artikel 13: Vrijheid van meningsuiting
- Artikel 17: Toegang tot informatie
- Artikel 23: Kind met handicap
Participatief werken binnen jeugdhulpverlening is niet enkel van belang vanuit het perspectief van de kinderen en jongeren, maar ook vanuit dat van de ouders.
Ouders hebben onder meer recht op opvoedingsondersteuning, informatie en inspraak, instemming en weigering, respecteren van de persoonlijke levenssfeer en recht op inzage en bijstand. Daarnaast hebben ouders ook een aantal plichten zoals deelname en bijdrage in de onderhoudskosten.
In de verdere concretisering van het Participatiekompas baseerden we ons op het onderstaand gedachtegoed:
- Participatie houdt in: ‘mee weten, mee denken, mee beslissen, mee uitvoeren, mee evalueren.’
‘Participatief werken is het proces van het delen van beslissingen die iemands leven en dat van zijn omgeving raken.’ (Cachet & Nevermind, 2012) - Volwaardig partnerschap kan maar bereikt worden door een participatieve basishouding.
Ideaal is een nabije, positieve en respectvolle hulpverlener die ten volle in relatie wil staan en van daaruit zorg verleent. Dit relationeel werken vertrekt vanuit dialoog en samenwerking met de bedoeling om aansluiting te vinden op elkaar en de acties op elkaar af te stemmen.
In realiteit is hulpverlening meer een heen en weer schipperen tussen tegenstellingen: afstand-nabijheid, bureaucratisch-op maat, betuttelend-emancipatorisch. (Driessens, 2005)